Surprise? Onlangs las ik hoe je de gietdatum van het motorblok kunt terugvinden. Rechtsachter staan datum en maand in combinatie met een letter. Mijn blok heeft als code 5 12 H. Dat duidt op 5 december 1958. En dat klopt met het chassisnummer, waaruit ik afleidde dat de auto van november of december 1958 is. Een check met het reserveblok leverde op 21 7 L, juli 1961 of 1962 (afhankelijk of de I is gebruikt). En laat daar nu een versnellingsbak aanzitten met een ingegoten nummer dat overeenkomt met deze datum!
Deze code zou de gietdatum van het blok inhouden.
Bij het demonteren van de motor is duidelijk dat deze veel heeft gelopen. Voorbeelden zijn:
- een zuiger heeft een scheur vanaf de zuigerveren naar beneden;
- de krukas tappen zijn licht gegroefd en tonen slijtplekken;
- de drijfstangen hebben voelbare radiale speling in de zuigers;
- het filter van de oliepomp zit verstopt met teerachtige substantie;
- de ontlastklep van de oliepomp is door vuil geblokkeerd;
- in de drap op de bodem van het carter is een halve zuigerveer gevonden;
- de kop is in het verleden gelast: rond de waterpoorten en bij uitlaat no. 2. Rond de uitlaatpoort is het laswerk onvoldoende gevlakt. Het verklaart waarom er verse koelvloeistof gevonden is op de buitenzijde van de kop (er zit een lek in de kop);
- de tuimelaarsassen zijn ingesleten;
- de stoterbussen en -stangen zijn in goede staat;
- het gewicht van de zuigers met drijfstangen is 1258, 1259, 1242 en 1240 gram;
- de axiale speling van de krukas is veroorzaakt door slijtage van een klemplaat bij de distributie;
- de nokkenas heeft een radiale speling van 10/100;
- de kop van de klep-stelen is ingesleten.
Het onderblok in onderdelen.
Reserveblok: na gedeeltelijke demontage van het reserveblok is besloten om een paar onderdelen over te zetten: distributietandwielen en vliegwiel met starterkrans. De bussen en zuigers blijven in dat blok zitten, ze zijn in goede staat maar aan de koelzijde geroest. De tuimelaarsas is goed, maar heeft een langere koppeling naar de poelie-as. En de krukas heeft langere lagervlakken. Om het ’58-blok zoveel mogelijk origineel te houden worden de oude onderdelen gereviseerd en komen er nieuwe zuigers en bussen in. Het blok is inmiddels in een wasmachine ontvet en gereinigd, en in de lak gezet.
De kleur is nagemaakt op basis van een monster dat niet erg heet is geweest. Na het maken van de foto zijn nog twee lagen lak aangebracht, jammer van het te vroeg weghalen van het afplaktape…
Voorbumper: de grijze oxidelaag is weggehaald door polijsten. Net als bij de achterbumper lukt het niet helemaal op de plekken waar de corrosie dieper zit. Daaraan zie je dat de auto aan een tweede leven begint! Verder zijn alle onderdelen, bouten en moeren gestraald en gelakt of verzinkt.
De voorbumper is gepolijst. Gezien het aantal openingen is de term “open bek” wel duidelijk….
Versnellingsbak: De reservebak is getest bij NMB in Hoogkerk en blijkt goed te zijn: schakelt goed bij lage en hoge toerentallen, maakt geen geluiden, synchronisatie ringen lijken goed te zijn, er zijn geen rare dingen te zien in de bak. De afweging is om de defecte bak (schakelt tijdens rijden niet in 4e versnelling en heeft axiale speling op secundaire as) te laten repareren of deze reservebak gebruiken. In ieder geval vraagt de combinatie van een ’62er versnellingsbak en een ’58er motor om een aanpassing van de verlengde (nokken-) as in de versnellingsbak.
Citroën ID19p 1958 