mei | 2018 | Citroën ID19p 1958

Koplampen. Na vier maanden zijn de koplampen terug uit Duitsland. Christian Fahrig heeft ze voorzien van een nieuwe spiegellaag en de lenzen gekit. Op zich is een prijs van € 60 per lamp niet hoog. Met btw, verzendkosten etc. komen ze op € 90,–. Daarbij komen de kosten van een vervangende koplamp, de fittingen en de montageringen. Niet echt goedkoop, maar er zijn nu een paar koplampen die bij het model passen.

De spiegellaag bestaat uit een opgedampte aluminiumlaag die met een transparante coating is afgedekt. De buitenzijde is met bruine lak afgewerkt. Het ziet er fris uit.

De fittingen zijn een verhaal op zich. Op het laatst had ik vier Cibie fittingen die bij de reflectoren pasten. Wel met drie verschillende ingeslagen nummers. En met de sleuf om het stadslicht te bedienen. Die nummers blijken een relatie te hebben met het brandpunt in de reflector. En ja, er was één fitting die een scherpe dimlicht-aftekening gaf. Gelukkig maakte Cibié in die jaren al standaard onderdelen en is de standaard bajonetfitting gesoldeerd op de standaard houder die op de reflector wordt gedraaid. Dus van een “foute” fitting de bajonetfitting los gesoldeerd, opgeschoven en weer vast gesoldeerd op de juiste positie.

Het is leeg in de garage. De ID19P is naar Richard Hoekstra In Drachten. Het plaatwerk wordt daar verder afgewerkt. Daarna wordt de auto gespoten. In augustus zal het spuitwerk klaar zijn. Dan resteert nog het afbouwen van de auto.

Richard was er niet zeker van dat de KTL een goede ondergrond zou zijn. Daarom is de KTL laag aan de buitenzijde afgeschuurd. De verklaring is eenvoudig: het is zoveel werk om de auto strak te maken, in het bijzonder bij een zwarte kleur, dat we geen risico willen lopen dat er naderhand iets niet goed zit. Dat bleek een wijs besluit: onder de KTL werden roestsporen gevonden. Ook over de hechting op het plaatwerk waren twijfels. Achteraf gezien kun je dus over een KTL behandeling twijfelen. Maar goed, van de voorschermen en de deuren is de binnenkant nu goed beschermd. Met gewone lak kom je niet in de hoeken en spleten.

Mooie gele koplampen. Ook is de tekening van het glas goed te zien. Let op het NL teken: dat is een oude lamp, van voor de normalisatie met E2 merken.

Het glas van de koplamp is gekit. Wat opvalt is dat de ruimte tussen glas en reflector niet is gevuld met kit.

De achterkant van de reflector is voorzien van een laklaag.

Vanuit een andere hoek.

Een Cibié lamphouder. Hiervan zijn er dus drie types met verschillende brandpunten.

Het stadslicht en de sleuf waardoor het licht in de reflector komt. Deze bajonetfitting is los gesoldeerd en verschoven om de juiste brandpuntafstand te krijgen. Nr. 12!

De Cibié montageringen zijn gestraald, gelakt en voorzien van verzinkte onderdelen.

De transparantie kunststof zak waardoor er wat licht kan schijnen naar de rode verklikker op het voorscherm.

De montagering is weer als nieuw.

Even een totaal plaatje voordat de ID vertrekt.

In het zonlicht zie je toch meer oneffenheden!

Klaar voor transport. Auke heeft de auto naar Drachten gebracht.

De motorkap was lastig goed te krijgen omdat aan de onderkant de Blackson laag moest blijven. Veel butsen die met een laag plamuur waren weggewerkt.

De naden lopen mooi evenwijdig en strak.

De aansluiting van de kofferklep op het achterscherm.

De buitenhuid (n.o.s.)van de rechter achterdeur had aan de bovenkant, ergens in de tijd, een forse duw gekregen. Die is er uit gehaald.

Aan het gereedschap te zien had het voorscherm wat werk….

De binnenkant van de achterschermen heeft zijn originele coating gehouden.

Onder de KTL werd hier roest gevonden.

De motorkap is kaal en alle indrukken van een lang gebruik zijn er zo goed mogelijk uitgehaald. Bij de voorrand resteren wat butsen die met plamuur afgewerkt worden.